Deze website maakt gebruik van cookies.
Deze website benut uitsluitend cookies voor het goed functioneren van de site en om de website te analyseren. Door gebruik te maken van de website geeft u aan hiermee akkoord te zijn.
x
harmonie

De geschiedenis van de Sociëteit "De Harmonie"

De roemruchte geschiedenis van de Sociëteit "De Harmonie" begon reeds vóór 1840 en bereikte tussen 1891 en 1921, toen "De Harmonie" hét culturele hart van Groningen was, een hoogtepunt. De geschiedenis is nauw verweven met de gegoede burgerij van de stad Groningen, met de Hoogeschool, later de Universiteit, de leden van het studentencorps "Vindicat atque Polit", het orkest van de Harmonie, later omgedoopt tot de Groninger Orkest Vereniging, het Noordelijk Filharmonisch Orkest, het Noord Nederlands Orkest en de Groninger Biljart Club, opgericht in 1897.

In het begin van de 19e eeuw waren er meerdere sociëteiten in de stad, die of een concreet doel voor ogen hadden, zoals de Vereniging van prinsgezinde Burgers "Het Oranjezaal", of slechts als doel hadden gezelligheid, conversatie en het spelen van een kaartspel (traquedille, taccadille of triktrak of het Zevenkoningenspel, tarok), zoals de "Groote of Heerensociëteit". In de eerste jaren waren ook de militaire officieren lid van deze sociëteiten. Van een enigszins ander karakter waren enkele sociëteiten die in het "Hooge Zomerhuis" in de Nieuwe Kijk in 't Jatstraat bij elkaar kwamen. Daar werd muziek gemaakt en soms een vauxhall gehouden, waar men in de met lampionnen verlichte tuin kon wandelen of op de muziek kon dansen. Ook was er een biljartzaal en een lees- en conversatiezaal. De muziek werd gemaakt door stafmuzikanten van een van de regimenten Infanterie, die in Groningen gelegerd waren, of door het muziekcorps van de Schutterij, aangevuld door verdienstelijke "dilettanten" en solisten, zoals G. Wouters Jr. en Jhr. Mr. M.A. de Savornin Lohman.

Toen in 1840 weer eens na het plegen van onregelmatigheden door enige "door Bacchus vocht verhitte muzenzonen" de behoefte bestond om via het hanteren van een ballotage enkele te onrustige studenten buiten de deur te kunnen houden, werd het bestaan van drie van deze sociëteiten (de Sociëteit "De Uitspanning", de Sociëteit "Nabij en buiten" en de Sociëtet "De Harmonie") beëindigd en werd een nieuwe Sociëteit "De Harmonie" opgericht.

Al spoedig was de ruimte te klein voor het groeiend aantal leden en betrok de Sociëteit een nieuw pand in de Oude Kijk in 't Jatstraat, op de plaats waar het "Vrouw Clarentconvent" gestaan had en waar nog het gebouw van de "Academie voor teeken-, bouw- en zeevaartkunde Minerva" stond. Daar werden een concertzaal, een biljartzaal en een sociëteitszaal, alsmede een fraaie tuin gebouwd (1856). Diest Lorgion schreef: "Een vrij uitgestrekte en met smaak aangelegde tuin biedt den leden een vrolijk gezigt en eene aangename wandelplaats aan. Het getal der leden is sedert de verplaatsing der sociëteit uit de nieuwe in de oude kijk- in 't jat-straat aanmerkelijk toegenomen en bedraagt meer dan duizend. Er wordt iederen zondag avond van zeven tot tien ure in deze sociëteit muzijk gemaakt door het korps stedelijk muzijkanten, en daarboven is er thans in den zomer ook des woensdagsavond muzijk van de hoornblazers van het zevende regiment".

Het rommelde in De Harmonie, met name in de jaren ´20 van de vorige eeuw. Dat gerommel had verschillende oorzaken: (1) een toenemende spanning tussen de Vereniging "De Harmonie" en de Groninger Orchest Vereeniging (GOV) die in 1918 officieel werd opgericht, (2) een behoorlijke brand op 11 november 1922, waarbij de achterbovenzaal aan de Oude Kijk in 't Jatstraat in de as gelegd werd (hierbij ging de gehele inventaris van een marionettentheater verloren, waarmee de avond voor de brand nog een voorstelling was gegeven) en (3) een snel afnemend aantal leden, zeker toen de scheiding tussen de Vereniging en de GOV in 1926 een feit was. Toch waren er nog wel weer hoogtepunten te melden, met name voor de biljartafdeling van De Harmonie: in 1929 werden het Nederlands Kampioenschap Libre 2de klasse en het Europees Kampioenschap Libre in Groningen gespeeld, en drie respectievelijk zes jaar later volgden in Groningen de Wereldkampioneschappen biljart Kader 45/2 en Kader 71/2.

Het uiteenrafelen van de financiën van "De Harmonie" en de GOV was een uiterst ingewikkelde klus, waarbij uiteindelijk de financiën van de Vereniging "De Harmonie" de zwaarste klappen te verduren kreeg. Bovendien was het crisistijd en kwamen er belangrijke concurrenten op de markt waar het de verhuur van grotere zalen voor allerlei evenementen betrof (Frigge aan de Heerestraat, Huize Maas aan de Vismarkt), zodat ook die inkomsten voor een deel wegvielen. Tenslotte vormden bioscopen, de radio en de Schouwburg steeds meer geduchte concurrenten in de culturele sector. Het ledental nam in de loop van de crisisjaren en in de aanloop naar de Tweede Werldoorlog sterk af: had de Vereniging in 1932 nog zo'n 700 leden, in 1934 was dat al gedaald tot 530 en in 1942 (mede door de maatregel van de bezetter dat Joden geen lid meer mochten zijn van verenigingen als De Harmonie) waren er nog maar 200 leden.

Tot overmaat van ramp sloeg bijna letterlijk de vlam in de pan en was er op 29 juni 1941 en daarmee op een allerongelukkigst moment brand ontstaan, waarbij een groot gedeelte van het gebouw in een ruïne veranderde. Slechts de broemde grote muziekzaal bleef gespaard, maar voor de rest bood het gebouw een treurige aanblik. Bij een totaal gebrek aan reparatiemateriaal vanwege de oorlogsomstandigheden werden provisorische maatregelen getroffen om verwoeste daken af te dekken, die niet toereikend waren om verder verval tegen te houden. Zo zakte de grote vleugel in de concertzaal door de vloer en waren vele biljarts niet meer bespeelbaar. De GBC heeft in 1943 nog een toernooi kunnen organiseren, maar al snel besloot het bestuur van de vereniging een ledenstop in te stellen, mede omdat er zich inmiddels een aantal fanatieke NSB'ers had aangemeld.

Aan het einde van de oorlog werd het gebouw door en voor diverse organisaties gevorderd zoals door het "Bureau Afvoer Burgerbevolking" en de Distributiedienst. Na Dolle Dinsdag (5 september 1944) werder er ook evacués uit met name Limburg in ondergebracht, onderduikers en zelfs gedroste Duitse soldaten.

Toch had het bestuur van de Vereniging al in 1942 een architectenbureau in de arm genomen om herbouw en restauratie van het complex aan de Oude Kijk in `t Jatstraat voor te bereiden, maar die plannen liepen na de oorlog niet in het gareel met de nieuwbouwplannen die door o.a. architect Granpré Molière waren bedacht voor herbouw van de deels verwoeste binnenstad van Groningen. Er ontstonden jarenlange discussies tussen met name het gemeentebestuur en de gemeenteraad van Groningen enerzijds en de Vereniging anderzijds over de toekomst van het gebouw op deze locatie. Hervestiging op de Ubbo Emmiussingel werd overwogen en ook kwam nog even de locatie van Huize Maas aan de Vismarkt in beeld, maar uiteindelijk werd door bemiddeling van het Bureau Stadsuitbreiding en Volkshuisvesting het bij de bevrijding van Groningen volkomen platgegooide terrein op de hoek van de Kreupelstraat en de Jacobijnerstraat in 1956 aangewezen als locatie voor de nieuwe Harmonie. Het oude, grotendeels ruïneuze gebouw werd op 23 september 1963 overgedragen aan de gemeente, die het weer doorverkocht aan de Rijksuniversiteit. Architect J.H. Jager ontwierp een nieuwe sociëteit, die uiteindelijk in 1967 in gebruik genomen werd. Van de sfeervolle, maar tegelijkertijd ook heel wankele oude Harmonie werd node afscheid genomen. Winkels, kantoren en een (extern sushi-)restaurant op de begane grond, enkele kleinere sociëteitsruimtes in de kelder en bestuursruimtes op de tweede verdieping vormen, samen met de biljartzaal en de kaartzaal (nu: Grote Zaal) en het café (Grand Café) op de eerste verdieping, nu één bouwblok. De huidige discussie, of de eigenlijke sociëteitsruimtes nog voldoende zijn voor een weer groeiend ledental, blijft in dit historisch overzicht buiten beschouwing.